Chronologie van het windparkproject in Houten

1996
Eerste onderzoekingen van UWind voor de mogelijkheid om samen met Eneco (toen nog REMU) een windpark in Houten te gaan ontwikkelen. De locatie langs het kanaal was de voorkeurslocatie. Gedacht werd aan 5 molens van ieder 600 kilo Watt (3 Mega Watt in totaal). 
  
1999
Gemeente Houten heeft een kort onderzoek laten uitvoeren naar mogelijkheden van het opwekken vaan Duurzame Energie in de gemeente. Het blijkt dat 11% van het totale energieverbruik binnen de gemeentegrenzen uit duurzame bronnen gewonnen kan worden. Maar dat aandeel zal wel vrijwel geheel door wind moeten worden opgewekt. Een aantal locaties wordt genoemd waarbij de locatie langs het spoor bij Schalkwijk de beste windopbrengst heeft. De locatie lang het Amsterdam Rijnkanaal komt planologisch het best uit de bus. 
  
2000-2003
Er wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen Eneco (toen nog REMU) en UWind. Daarin wordt afgesproken dat bij het realiseren van een windpark in Houten 2/3 voor rekening van Eneco komt en 1/3 voor rekening van UWind. Over cruciale projectbeslissingen zal unaniem besloten moeten worden. De gemeente Houten besluit om in samenwerking met UWind / Eneco de locatie langs het kanaal te gaan invullen. Er wordt gewerkt aan de invulling van de plannen en er wordt gestudeerd wordt op de mogelijkheden van verschillende locaties. De gemeente bereid de besluitvorming voor door middel van uitgebreide informatie aan de omwonenden en inwoners. De milieu effecten worden in beeld gebracht. Met name geluid vraagt aandacht. 

2004-2005
De gemeenteraad van Houten geeft goedkeuring voor de realisatie van het windpark aan het Amsterdam Rijnkanaal ter hoogte van het bedrijventerrein De Meerpaal. Er wordt een grondovereenkomst tussen de gemeente Houten en de projectontwikkelaars Eneco/UWind getekend. Op basis van deze grondovereenkomst mogen de projectontwikkelaars tegen een pachtvergoeding drie windturbines plaatsen op de gemeentegrond. 

De milieuvergunning en bouwvergunning worden verleend door gemeente Houten. De gemaakte bezwaren van een aantal omwonenden worden door de gemeente afgewezen. Deze omwonenden gaan tegen de milieuvergunning in beroep bij de Raad van State. 

2006
De bezwaren van de omwonenden tegen de bouwvergunning worden door gemeente afgewezen. De omwonenden gaan in beroep bij de rechtbank. De Raad van State doet uitspraak in de beroepzaak tegen milieuvergunning. De Milieuvergunning wordt vernietigd, omdat alleen de milieueffecten van de ‘worst case’in beeld zijn gebracht. De projectontwikkelaars besluiten de nieuwe milieuvergunningsaanvraag op te stellen voor één specifiek turbinetype in plaats van meerdere turbinetypes. Gekozen wordt voor een turbine van 2 MW vermogen, 90m rotordiameter en een ashoogte van 105m. 

2007
De nieuwe aanvraag voor de milieuvergunning wordt ingediend. De projectontwikkelaars besluiten tevens een tweede bouwvergunningsaanvraag in te dienen, eveneens voor één type turbine. Deze aanvraag sluit aan bij de nieuwe milieuvergunningsaanvraag. De bouwvergunningsaanvraag voor de windmeetmast wordt ingediend. De windmeetmast is nodig voor het afregelen van de windturbines. 
Eind 2007 vernietigd de Raad van State het bestemmingsplan op onderdelen. Het ministerie van Defensie maakt bezwaar tegen de turbines wegens een te hoge radarverstoring van de radar in Soesterberg. Sinds 2006 zijn gemeenten verplicht bouwvergunningen voor hoge werken te laten toetsen door Defensie. Omdat de wijziging in het bestemmingsplan de basis is voor de ruimtelijke onderbouwing van de bouwvergunning besluiten UWind en ENECO in afstemming met de gemeente de bouwvergunning in te trekken.
  
2008 
De gemeenteraad bekrachtigd opnieuw haar besluit uit 2005. TNO toetst met een verfijnder model de door Defensie berekende radarverstoring. Eneco en UWind besluiten in afwachting van de resultaten  van deze nieuwe berekeningen de aanvraag voor de bouwvergunning in te trekken.
  
2009
Defensie trekt haar bezwaar tegen het windpark in. Uit de hertoetsing van TNO blijkt dat het windpark een toelaatbare radarverstoring veroorzaakt. De vergunningen zijn opnieuw aangevraagd. De milieuvergunning is onderhand verleend en de bouwvergunning lag eind december 2009 ter inzage.
  
2010 - 2011
De grondovereenkomst met de gemeente werd vernieuwd. Tegen de verleende milieuvergunning wordt in beroep gegaan bij de Raad van State. Begin 2011 blijkt dat de vergunningsaanvraag is achterhaald door nieuwe wetgeving. Een milieumelding volstaat. In deze melding zal de eerder met de gemeente Houten afgesproken geluidsregeling worden opgenomen, welke strenger is dan de wettelijke normen. De bouw­vergunning voor de windmeetmast is inmiddels onherroepelijk geworden. De bouwvergunning voor de turbines werd verleend in juni 2010. Op 23 maart 2011 is het beroep van de tegenstanders bij Rechtbank behandeld. Begin Juni 2011 heeft de Rechtbank het beroep afgewezen, waarna men bij de Raad van State in beroep is gegaan. Naar aanleiding van de uitspraken van de Raad van State op 7 en 14 december 2011 is de bouwvergunning nu definitief.
  
2012
Het jaar 2012 is gebruikt om de laatste voorbereidingen te treffen. De laatste voorbereidingen voor de bouw werden gemaaklt Eneco en UWind hebben besloten dat het eigendom van de molens volledig in handen zou komen van Eneco. Dit omdat het financiëel zeer onaantrekkelijk zou zijn geweest als UWind voor 1/3 deel mede-eigenaar zou zijn geworden. Om toch de samenwerking voor te kunnen zetten is besloten tot een uitgebreide participatie te komen. UWind en Eneco hebben daartoe de eerste schetsen gemaakt van hoe de participatie van de UWind leden en Housende bevolking er uit zou kunnen zien.  Half december 2012 is gestart met de bouw.
  
2013
Op 28 Februari 2013 is de eerste paal geslagen en half Juni waren de molens klaar. Tussen Juli en September zijn de molgens ingeregeld en per 1 Oktober zijn ze door Vestas opgeleverd.

Op 4 Oktober wordt het windpark officiëel geopend.